Het was begin april 2013, ik was de avond ervoor ‘gedumpt’ door mijn date met wie ik 2 keer had afgesproken. Een paar dagen ervoor zei hij nog: ‘Oh, je bent zo geweldig M., en het klikt zo goed tussen ons’. De reden waarmee hij mij dumpte was: ‘We passen niet bij elkaar en ik voel geen klik’. Juist ja, lekker tegenstrijdig. Hij was de zoveelste man met wie het niet goed afliep en ik was het helemaal zat. ‘Ik ga voorlopig niet daten!!’ kon ik wel van de daken schreeuwen. 

De ochtend nadat ik gedumpt was praatte ik nog wat na met een collegaatje van mij over hem, over daten, over van alles. Ze had de Spits op haar bureau liggen, ik pakte hem en begon hem te lezen. Er stond een 2 pagina’s groot artikel over de stichting Meer dan gewenst in de krant. Deze stichting organiseerde destijds de eerste speeddate voor wensouders, mijn aandacht was getrokken en ik begon te lezen.

Een speeddate voor wensouders dus, in alle vormen en maten, waaronder ook co-ouderschap. Er zat ook een interview bij met Sara Coster, vrijwilliger en een moeder die met twee homo’s een co-ouderschap had. En met dat artikel begon er een klein vlammetje in mij te branden.

Thuisgekomen heb ik de website opgezocht van Meer dan gewenst, begin juni organiseerde ze een wensouderbijeenkomst en in een opwelling heb ik mij toen opgegeven. Ergens wist ik gewoon al dat dit het was voor mij. Op deze manier zou ik ook mijn kinderwens vorm kunnen geven. 

Toen ik nog jong was, wist ik één ding zeker: dat ik moeder wilde worden. Het liefst ook een jonge moeder. Dat laatste ging niet meer lukken, want in 2013 was ik 32 jaar, maar ik vreesde ook met mijn dateverleden dat ik misschien nooit moeder zou worden als ik zou wachten op de ware.

De wensouderbijeenkomst in juni was geweldig, er was van alles te doen en ik heb met veel mensen gepraat, maar het ervaringsverhaal wakkerde het vlammetje in mij aan tot een grote vlam. Van de bijeenkomst heb ik daarna niet veel meer meegekregen eerlijk gezegd, ik was zo enthousiast dat ik alleen maar dacht: ‘IK GA DIT DOEN!’.

Langzaamaan vertelde ik het aan de belangrijkste mensen om mij heen, eigenlijk reageerde iedereen enthousiast. Ze vonden het ook allemaal bij mij passen. En vooral heel erg bijzonder. Ik heb een oproepje gezet en toen kon het wachten beginnen. In het begin reageerden vooral heteromannen, maar dat zag ik echt niet zitten. Daarvoor waren er te veel beren op de weg. In september kreeg ik een reactie van een homostel uit Utrecht, na wat heen en weer gemail spraken we af. Ik zou bij hen een kopje koffie doen voor de eerste ontmoeting.

Ik was niet normaal zenuwachtig voor die eerste date, het voelde ook aan als een normale date, maar dan nu met 2 mannen die samen al een relatie hadden. Ik heb mij echt 3 of 4 keer omgekleed, advies gevraagd aan mijn beste vriendin. Ik moest continu naar de wc en kreeg geen hap door mijn keel. 

Daar ging ik met de trein naar Utrecht, toen ik eenmaal in de trein zat gingen de ergste zenuwen weg. Ik werd opgehaald door één van de mannen en met hem had ik meteen een goede klik. Het was gezellig en we kletsten erop los. Het voelde alsof ik hem al veel langer kende. De ontmoeting met man nummer 2 was anders, met hem voelde ik geen klik, maar ik deed toch mijn best om het gezellig te hebben. We hadden veel raakvlakken en het was een gezellige middag. Ik vertelde ook over mijn erfelijke ziekte, maar gaf aan dat er mogelijkheden waren om ervoor te zorgen dat kinderen die ziekte niet zouden krijgen. 

Aan het einde van de afspraak bracht de man met wie ik de klik had mij weer terug naar het station en we spraken af om contact te houden. Het was vervolgens een week lang stil, om per mail de eerste afwijzing te krijgen. Ze vonden het heel gezellig, maar mijn ziekte hield ze tegen. Afgewezen worden om een ziekte, waar je helemaal NIETS aan kunt doen, het deed pijn. Heel veel pijn, maar ik moest door! Na wat goede gesprekken met vriendinnen en familie ging ik verder met mijn zoektocht! 

Laatste forumberichten over "Hoe het allemaal begon (1/4)"

Berichten laden...

Praat ook mee!