In de Volkskrant las ik een tijdje terug een artikel waarin de socioloog Tanja van der Lippe onderscheid maakt tussen integreerders en segmenteerders. Integreerders vinden het geen enkel probleem als de verschillende rollen die ze in hun leven hebben door elkaar lopen: ze doen de was terwijl ze bedenken hoe ze die ene training aan gaan pakken, ze beantwoorden mailtjes als ze ’s avonds wachten tot de baby slaapt, laten hun werktelefoon ook in de vakantie aan staan en maken op een zonnige werkdag rustig een uitgebreide wandeling. Segmenteerders daarentegen houden werk en privé strikt gescheiden. Na het werk trekken ze de deur achter zich dicht en in de vakantie zijn ze telefonisch niet bereikbaar, maar daar staat tegenover dat het nooit in ze op zou komen om onder werktijd naar de kapper te gaan.
Drie keer raden welke groep het het zwaarst gehad heeft het afgelopen jaar…
Dat was de makkelijke vraag.
De moeilijke vraag is: bij welke groep hoor jij?
Of misschien is dat voor jullie ook wel een makkelijke vraag. Voor mij in elk geval niet. Voorheen zou ik gezegd hebben dat ik absoluut een segmenteerder was. Ik zette mijn werktelefoon aan tussen 9:00 en 17:00 en keek nooit ’s avonds naar mijn mail. Ik deed dat uit zelfbescherming, zodat ik werkstress enkel op mijn werk zou ervaren. Maar na een jaar thuiswerken loopt alles totaal door elkaar. En dat vind ik voor het grootste deel vooral ontzettend fijn. Niks is zo prettig als even met collega’s appen over een issue als je kinderen voor de zoveelste keer verstoppertje met je willen spelen. ‘Nee, ik moet nu echt even werken, gaan jullie maar lekker zelf spelen!’ Weten zij veel dat je die dag ouderschapsverlof hebt. En niks werkt zo lekker als wanneer je ondertussen naar het luisterboek van ‘Pluk van de Petteflet’ aan het luisteren bent, terwijl je kleuter Duplo-torens aan het bouwen is. Ik zal niet beweren dat het de efficiëntste manier van werken is, maar gezellig is het wel.
Ik zal me wel aangepast hebben aan de huidige omstandigheden. Het is niet te voorkomen dat de rollen door elkaar lopen nu, dus dan moet ik er maar het beste van maken. Maar tegelijkertijd zou ik ook niet meer terug willen naar hoe het eerst was. Want het idee dat je je op je werk alleen druk maakt over je werk, en thuis je enkel druk maakt over je privé-dingen, werkte bij mij toch nooit helemaal optimaal. Ik had juist heel veel werkstress als gebruikers om half 5 problemen constateerden, omdat ik dan maar een halfuur had om ze op te lossen voordat ik naar huis moest. Als dat dan niet lukte, zat ik mezelf totaal op te vreten in de trein. En de zorgen over hoe het thuis ging toen we net een baby hadden, kon ik op mijn werk ook nooit helemaal loslaten.
Nu doe ik geen enkele moeite meer om de werkstress in bepaalde uren te ervaren en de privéstress in andere uren. Het balanceert elkaar vanzelf wel uit. Je kunt gewoon niet tegelijkertijd én veel werkstress én veel privéstress ervaren. Zo hadden wij laatst een upgrade van het systeem dat ik beheer. De week ervoor constateerden we een aantal ernstige problemen met de nieuwe versie die we trachtten zo gauw mogelijk op te lossen, en de stress daarover liep hoger op dan goed voor me is.
Twee dagen later kreeg mijn jongste dochter een koortsstuip. Haar derde. We gaven direct de medicatie en ondertussen belde ik 112 en zette de voordeur alvast open. Het verliep heel ordelijk en geroutineerd, en gelukkig kwam ze er nu zelf uit, met behulp van de medicatie, waardoor ze niet naar het ziekenhuis hoefde. Maar alsnog zat de schrik er goed in. Later bleek dat ze waterpokken had en braken er dagen en nachten aan van op gezette tijden paracetamol geven, haar in badjes met havermout zetten en zeggen dat de mama’s bij haar waren.
Het goede nieuws: de werkstress was totaal verdwenen. Zo makkelijk kan dat gaan. Ben ik dan een segmenteerder, dat ik niet tegelijkertijd stress kan hebben over werk en privé? Of ben ik juist een rasechte integreerder die steeds als vanzelf de meeste aandacht schenkt aan wat op dat moment het meeste aandacht nodig heeft? De waarheid zal wel in het midden liggen.